Leve de generatiekloof

Leve de generatiekloof

‘Dit is André en de komende vier jaar zit je bij hem in de bus.’ Dat is zo’n beetje het eerste dat ik hoorde toen ik als groentje begon bij een installatiebedrijf in Heeten. Van mijn ervaren collega André leerde ik vervolgens de fijne kneepjes van het vak. En hoe je het leuk houdt op de werkplaats. Hard werken, hard schik maken. In die volgorde, dat was het basisidee.

Ervaren collega’s die jongere gasten onder hun vleugels nemen, dat werkt. Dat was in de tijd van de gilden al zo. En dat is nu niet anders. Ik geloof in de kracht van groen-grijze combinaties.

Wat trouwens al net zo oud is als de weg naar Rome, is het geklaag. Over de jeugd van tegenwoordig, door de oudjes. Over ouderwets gedoe, door de jonkies. Dat hoort er een beetje bij, niks mis mee. Ik raak niet in de war van alarmerende berichten over een generatiekloof. Daar worden managementboeken mee gevuld. Over “intergenerationele wisselwerking tussen gen Z’s en babyboomers” en “hoe je millennials in hun kracht zet” en zo.

Het zal allemaal wel. De beste les die ik als nuchtere Sallander heb geleerd, is dat je jezelf niet al te serieus moet nemen. En dat het prima gaat, als iedereen dat doet. Maar misschien heb ik makkelijk praten. Als ik de boekjes moet geloven, ben ik nog net van de patatgeneratie. Dan zit je overal een beetje tussenin. Dus ik heb geen vrees om iemand op te bellen, zoals tieners, maar ik zit ook veel te veel te gluren op die smartfoon. Ik hoor ze bij de Hekk’nsluuters, onze carnavalsvereniging, nog lachen toen ik de zaal moest toespreken en ik mijn key notes erbij pakte op de telefoon.

Ondertussen doen we het bij Nijhof op de manier die al eeuwen werkt. Met meesters en gezellen, ook al noemen we dat niet meer zo. We maken combi’s, oud en jong. In de bouwkeet zie ik John en Gerrit genieten van de uitgaansverhalen die de jongeren delen. De jonge collega’s maken plagerige opmerkingen, maar onder al die geintjes ligt een stevig fundament van respect. En we hebben onze eigen Salland Tech Academy. Daar leiden ervaren leermeesters onze nieuwe talenten op.

Het mooie is dat het mes aan twee kanten snijdt. Ouderen leren namelijk op hun beurt weer van de jongeren. Goed voorbeeld: de tekeningen op de bouw. Vroeger kopieerden oude collega’s de A0-tekeningen. En al die velletjes papier bevestigden ze met een nietmachine op grote spaanplaten. Die platen propten ze in hun toch al volle bus. En eenmaal op de bouw zetten ze de platen neer die op een centrale plek, waar ze vervolgens de hele tijd naar toe moesten stiefelen. Tegenwoordig doen we het anders. We hebben tablets aangeschaft en daar laden we de tekeningen in. En één keer raden van wie de oudere collega’s leren hoe ze moeten omgaan met die tablets? Precies, de jeugd van tegenwoordig!

Ondanks al het geklaag, zie ik bij ons steeds minder generatiekloof. Neem nou
Gerard van der Weegh, onze magazijnman. Vlak voor de bouwvak vierden we dat hij 45 jaar (!) in dienst was bij ons. ‘Jij had mijn vader kunnen zijn’, zei ik. ‘Al had mijn moeder dat nooit goed gevonden.’ Daar kon Gerard wel om lachen.

Gerard heeft groen bloed door zijn aderen stromen. Volgens mij heeft Gerard het zo lang volgehouden bij ons omdat hij beschikt over de gouden gave om veranderingen niet bij voorbaat af te wijzen. Wel eist Gerard, volkomen terecht als je het mij vraagt, dat je hem niks door de strot duwt. Als we hem meenemen in ons denkproces en als een vernieuwing hem logisch in de oren klinkt, dan doet hij mee.

Een voorbeeld? Gerard is ouderwets zuinig. Dat is een deugd. Jongere generaties die in grotere welvaart opgroeiden dan Gerard kunnen daar wat van leren. Vanuit die zuinigheid gaf Gerard onze jongste monteurs steevast het oudste gereedschap mee. ‘Doet ’t nog prima toch?’ En elke monteur die vroeg om een nieuwe accuklopboor had een slechte aan Gerard. ‘Ik repareer die ouwe wel.’

Maar tijden zijn veranderd. Tegenwoordig zijn collega’s schaars. En goed gereedschap is er in overvloed. Dus hebben we Gerard vriendelijk gevraagd of hij collega’s op pad wil sturen met het beste gereedschap. Nieuw desnoods, dan kost het maar wat meer. Gerard maakt daar dan een humorvolle opmerking over, maar ondertussen begrijpt hij het prima.

Afgelopen woensdag hadden we een Vitaliteitsmiddag. Omdat we het belangrijk vinden om goed naar elkaar om te kijken. Bij een spel zie ik hoe Gerard lachend een jonge collega uit Eefde op zijn rug neemt en een heel parcours aflegt. Een prachtig tafereel.

Wat nou generatiekloof?